Dino’s, vlinders en corona

Dino’s, vlinders en corona

20 augustus 2020 Uit Door Jan Haegeman

Waarom Brakelaars dringend naar Jurassic Park zouden moeten kijken

Zo’n ogen trok ik (ge kunt ze natuurlijk niet zien, maar beeld u hele grote ogen in) toen ik in 1993 voor het eerst naar Jurassic Park keek. Ik was 13 en kende dino’s toen alleen maar van de prentjes uit mijn “Deltas Grote Encyclopedie voor de Jeugd” (van internet was nog amper sprake en er was ook geen ‘Action’ waar ge plastieken dino’s kon gaan kopen voor wat luttele centen en Aziatisch kindertjeszweet).

Ik zal wel niet de enige zijn bij wie de briesende brachiosaurussen – ondersteund door de zalige score van John Williams – voor eeuwig op het netvlies gebrand staan. Maar naast de dino’s had de film voor mij nog een andere epifanie in petto. Eentje die een veel grotere rol in mijn leven zou spelen dan wat uit de kluiten gewassen reptielen.

Het vlindereffect.

Het was de excentrieke maar onuitstaanbare (een eerder typische combinatie) dr. Ian Malcolm die het concept openbaarde terwijl hij waterdruppels hun weg liet zoeken over de handen van dr. Ellie Sattler (voor wie ik uiteraard een boon had, al was het maar omdat ze een short en stapschoenen droeg en dus onweerstaanbaar was voor een jonge KSA’er). Kort gezegd komt het erop neer dat wanneer een vlinder z’n vleugels open spreidt in Central Park, New York, dit wel eens een regenbui in Parijs tot gevolg zou kunnen hebben. Het is een simplistisch voorbeeld van de chaostheorie. Alles is met elkaar verbonden in een oneindige keten van gebeurtenissen en effecten. Een volstrekt logische opeenvolging die we evenwel niet kunnen voorspellen omdat we nooit ver genoeg vooruit kunnen kijken in deze keten en dus niet kunnen weten welke effecten impact zullen hebben.

Ik moet er regelmatig aan denken nu de halve gemeente Brakel storm loopt tegen het opgelegde sluitingsuur van de horeca. De lokale politiek tracht daarmee de verspreiding van het coronavirus een halt toe te roepen door het ‘verlossen’ van contacten ‘wanneer de drank is in de man’ een stuk de pas af te snijden. Mensen voelen zich aangevallen in hun individuele vrijheid om zélf te beslissen tot wanneer ze willen uitgaan en zélf te beslissen over hun gezondheid.

Maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet.

Want het gaat niet zomaar over je eigen gezondheid. Nog steeds te weinig mensen kunnen maar niet bevatten dat hun beslissingen een impact kunnen hebben op de gezondheid van mensen die ze misschien niet eens kennen. Het is zelfs nog een stuk simpeler dan het vlindereffect. Je weet evenmin óf je actie gevolg zal hebben, maar áls ze gevolg heeft dan is de mogelijke uitkomst ervan in tegenstelling tot het vlindereffect wel degelijk te voorspellen: verdere verspreiding van het virus, ziekenhuisopname en dood.

Wij vergeten al te gemakkelijk dat de individuele vrijheid waarop we ons beroepen, slechts kan voortkomen uit een voorafgaande collectieve vrijheid. Een Wit-Rus kan zich niet beroepen op zijn individuele vrijheid, tot de Wit-Russen zich collectief hebben bevrijd van het juk van de dictatuur. Wij kunnen ons niet beroepen op onze individuele vrijheid tot we collectief dit virus hebben verslagen.

Er is in ons onderwijs nog veel ruimte om – en blijkbaar moet het op een heel basaal niveau – de ruime bevolking concepten als chaostheorie of exponentiële groei diets te maken. Weerbarstige Brakelaars allemaal terug naar de schoolbanken sturen lijkt mij in deze omstandigheden niet aangewezen. Maar eens naar Jurassic Park kijken, kan misschien al helpen? Na 22u valt er toch niet veel meer te beleven in onze gemeente.